
Table of Contents
Geval nr. 1
We hadden een rek van een bepaalde maat nodig. Maar die worden niet verkocht. Er zijn er al, er zijn bredere, er zijn lagere, er zijn hogere. En toen vond ik op een website voor tweedehands spullen het juiste rek. Zelfs twee. En beide voor 20 euro. Ik maak een afspraak. Ik vraag of hij het rek wil demonteren. De eigenaar zegt dat hij me zal helpen het te demonteren. Nou goed.
Ik neem de schroefboormachine, mijn vrouw, de hond en ga naar de plek. De eigenaresse verwelkomt me, maar de eigenaar van het huis is er niet. Ik kijk en zie dat de rekken niet met schroeven, maar met bouten zijn vastgemaakt en mijn schroefboormachine past helemaal niet. Ik heb een steeksleutel nodig. Nou ja, Nastya let al niet meer op de hond en helpt me met het losdraaien. Voor elke plank zijn er 8 bouten, in totaal 8 planken en nog eens 16 bouten voor de verticale bevestiging, dat maakt 80 bouten, een halve minuut per bout — ja, een half uur voor ons beiden.
Ik kijk, en later geeft hij me drie punten van de vijf. Ik denk, blijkbaar heeft de hond in zijn tuin gescheten terwijl we de kast aan het draaien waren. En ja, na een tijdje komt er een verontwaardigd bericht binnen. Fa-fa la-la, let op je hond, hier zijn foto’s van de poep in mijn garage. Ja, de garage is duidelijk een stap te ver.
Ik antwoordde hem dat als mijn vrouw op de hond had gelet en jij had geholpen met de promotie, er geen problemen zouden zijn geweest. Maar mijn vrouw was bezig met de kast en jij was helemaal nergens te bekennen, terwijl je dat had beloofd. Voor alles is er een oorzaak en gevolg. En over het algemeen is het in zulke gevallen een goede praktijk om de koper niet te vertragen en tijd te besteden aan de voorbereiding van het product voor transport, in plaats van het versturen van onzin en het plaatsen van boze sterretjes. Natuurlijk werd mij als antwoord verteld dat ik niet beter was dan mijn hond en zo verder. Wat me blij maakte, want ik begreep dat het met die persoon echt heel slecht ging.
De vraag is, wie heeft er gelijk? Geen idee. Hij denkt dat hij gelijk heeft (en ik ben de idioot en de gierigaard). Ik denk dat ik gelijk heb (en hij is de idioot zonder gierigaard).
Geval nr. 2
Ik loop van mijn werk over de boulevard, die eindigt bij fonteinen, waarvan het water gelijk staat met het asfalt. Het boulevardpad lijkt door het wateroppervlak te lopen. Dat was de bedoeling. Maar het resultaat zijn enorme plassen midden op de straat.
Voor me loopt een kleine man met een enorme marmeren dog. Hij houdt hem aan een korte lijn en straalt een zekere zelfingenomenheid uit. De dog lijkt gekocht te zijn om de mannelijkheid van zijn eigenaar te benadrukken. Plotseling schiet er een jongen op een step met hoge snelheid voorbij, eerst langs mij en daarna langs de man. De dog schrikt en maakt twee stappen achteruit naar de step. Verder laat de lijn het niet toe. De jongen op de step schrikt ook van de plotselinge beweging van de dog, want zijn culturele context heeft hem niet geleerd hoe hij zich moet gedragen in de buurt van honden. Hij draait het stuur om en vliegt de fontein in. De step struikelt, en de jongen plonst in de fontein.
De scooterrijder schreeuwt, is onrustig en rent om de eigenaar van de dog op zijn mobiel te fotograferen. Hij roept dat hij de politie zal bellen. De zwarte en Arabische jongens die erbij zitten, lachen. De hondenbezitters op het hondenveldje ernaast kijken zwijgend toe, maar hebben medelijden met de dog.
De vraag is, wie heeft er gelijk? Wie zal het zeggen. De Arabische jongen op de step denkt dat hij gelijk heeft. Het is immers de hond aan de te lange lijn die naar hem toe sprong, waardoor hij viel. De eigenaar van de dog begrijpt echter dat de jongen op de step op het trottoir en met een snelheid van 30 km/u helemaal niets kan eisen en wacht met spanning op de beloofde politie.