Sociale onhandigheid

Een van de belangrijkste verwijten die ik van Nastja hoor, is dat ik soms zulke dingen kan zeggen dat iedereen zich daarna ongemakkelijk en beschaamd voelt. En ja, ik blijk mensen onterecht te kwetsen, terwijl ik helemaal niet de bedoeling had om hen aan te vallen of überhaupt agressie te tonen.
Moderne problemen in de biologie in de voormalige USSR, naar mijn mening, liggen in het feit dat het wordt onderwezen als een “humanitaire” wetenschap, dat wil zeggen, als een gegeven: classificatie in vakjes, beschrijving van processen en verschijnselen, en een gebrek aan voorspellende instrumenten. In werkelijkheid is biologie echter de voorhoede van wetenschappelijk denken: wiskunde, chemie en natuurkunde in al hun subdisciplines, computerwetenschappen. De instrumenten en methodologie die worden gebruikt, vereisen begrip van de werking van elektronische apparaten, computertechnologie, een grote hoeveelheid complexe software, en de vaardigheid om algoritmen te schrijven en te programmeren in verschillende talen.

Dat wil zeggen, een voormalige student van de biologiefaculteit verlaat de universiteit met het gevoel een volledig en afgerond begrip van de wereld te hebben, waarin geen witte vlekken meer zijn. Ondertussen verlaten voormalige studenten van andere natuurwetenschappelijke faculteiten de universiteit met het besef dat ze eigenlijk niets begrijpen, de wereld nog steeds niet volledig is beschreven en er een heleboel plekken zijn waar ze verder kunnen graven.

Natuurlijk, in zo’n omgeving behalen mensen die toevallig in de biologische laboratoria op het grondgebied van de voormalige USSR zijn beland, de grootste successen, en dat zijn geen biologen, maar wiskundigen en natuurkundigen. Biologen worden na hun studie naar deze laboratoria gestuurd, waar ze na enkele maanden volledig verwelken en helemaal niet in staat zijn om iets nuttigs bij te dragen vanuit wetenschappelijk oogpunt. Ze zouden op expeditie moeten gaan, nieuwe kevers ontdekken, in plaats van in een neurofysiologisch laboratorium micro-elektroden aan levende neuronen te verbinden en de activiteit van neuronen te analyseren. En in zo’n omgeving wordt het woord “bioloog” een veroordeling, een stereotype bevooroordeeld beeld van iemand die niet in staat is om zelfs maar enigszins complexe zaken te begrijpen. Een kanttekening: dit betreft de situatie in Oekraïne aan het begin van de 21e eeuw. Hoe het er nu voor staat, weet ik niet.

Eens zou Nastja haar collega, die bioloog was, ontvangen. Ze had hem beloofd om hem een paar films op cd’s te laten zien, die ik speciaal voor deze gelegenheid had gebrand, nadat ik ze van torrents had gedownload. De bioloog kon niet weten wat een “torrent” was en Nastja hielp hem daar gul bij. Voor de komst van haar collega had Nastja me streng verboden om ook maar te denken aan grappen over biologen. In deze kringen waren grappen over biologen vergelijkbaar met grappen over blondines. En ik hield me eerlijk aan mijn belofte om mijn mond te houden.

De hele avond was alles goed. We dronken thee en praatten. Al bij de uitgang vroeg de jongen hoe je die schijven moest afspelen. Nastja vroeg het me opnieuw. Ik zei tegen haar dat ze op het werk moest komen, en als de juiste speler niet op de computer stond, ze de codec of meteen de speler met codecs moest downloaden. Ik noemde de naam van de speler, de naam van de codec en voegde luchtig toe: “Nou, dat komt wel goed, je bent toch geen bioloog.”

Facepalm. De jongen met een geforceerde glimlach nam snel afscheid en vroeg niet meer om een film.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *