
Kantoorgebouw. Bewaker. Echt: in een hokje, in een uniformpakje “jasje-jack” en met een bureaulamp boven het registratiedagboek. Achter hem hangt een bord met sleutels. Naar wie gaat u? Ik laat mijn opdracht zien. Ze zeggen – daar is de lift, ga maar. Ik ga naar de verdieping. Renovatie in de stijl van “vloeibare behang en verlaagde plafonds”. In mijn opdracht staat het kamernummer. Ik ga het kantoor binnen. Een oudere vrouw, een klerk. De airco lekt. Ik begin het uit te zoeken. Verdorie, wat een unieke airco. Van goedkope. No-name merk. Je kunt er geen touw aan vastknopen. Toch hou ik van Daikin… Ik rommel wat… oh, gevonden. Ik heb het uit elkaar gehaald, kijk… alles is op zijn plaats, alles werkt. In de handdoekhouder werkt de pomp. Hm, ik ga water halen – om te controleren. Eerst zag ik in de gang een foto. 50 mensen in gewaden. Toen kwam er een dame op me af in de gang – ook in een gewaad. Toen keek ik naar het bordje bij de ingang van het kantoor waar ik met de airco bezig was. Oeps. De procureur-generaal, Secretariaat. Nu begrijp ik waarom de goedkope renovatie en de goedkope airco. Dit is de procureur-generaal, geen particuliere winkel.