
Als je de televisie aanzet en naar een nieuwszender kijkt, als je een krant oppakt of een nieuwssite opent, dan ontdekken we altijd de overheersing van negatieve nieuwsberichten boven positieve. Journalisten en correspondenten zijn als aaseters die zich voeden met het leed van anderen, en de moreel-ethische kant van dit beroep is al lang een onderwerp van publieke discussies. Maar in werkelijkheid vervullen ze gewoon een maatschappelijke opdracht.
De kijker wordt op de zenuwen gewerkt door het verhaal van de weduwe van de net neergeschoten man. De kijker vindt het interessant om zich veilig te voelen terwijl hij de tranen, kreten en huilerigheid hoort en beelden van oorlogen en orkanen bekijkt. Maar de kijker, die dergelijke informatie consumeert, denkt zelfs niet na over wat die weduwe voelt wanneer ze omringd wordt door aasgieren die op zoek zijn naar sappige feiten. Het kan ze niets schelen. Een biertje en chips, kruimels op een vet T-shirt, de afstandsbediening in de hand en lege ogen die hunkeren naar nieuwe sensaties.
Vanuit het perspectief van humanistische waarden zou het goed zijn om geweld uit de uitzending te verwijderen, net zoals pornografie. Maar nee. In onze samenleving is deze toestand zo normaal geworden dat we rustig films kijken waarin bloed, ingewanden en verminkingen te zien zijn, terwijl we het erover eens zijn dat pornografie absoluut niet op tv getoond kan worden. Wacht even? Seks is een natuurlijke kant van menselijk gedrag, in tegenstelling tot moord. Maar genitaliën mogen niet getoond worden, terwijl ingewanden en verminkingen dat wel mogen.
De bron van deze hypocrisie ligt in het feit dat de angst voor de dood de consumptie aanwakkert. Een persoon, die instinctief probeert de opkomende angst voor de dood en de gedachten over de vergankelijkheid van alles te onderdrukken, stopt weer een portie pizza in zijn mond, koopt nieuwe cosmetica, besluit eindelijk een duurdere auto te kopen, want het leven is tenslotte kort. De meest doordachte zal een levensverzekering afsluiten, maar dat blijft toch een impulsieve reactie. Televisiemakers weten welk reclameblok het duurste is. Dat is precies na het avondnieuws. Juist op dat moment worden mensen overspoeld met berichten over oorlogen, orkanen, moorden en opstanden in buurlanden.
Conclusies: De overheersing van negativiteit is gemakkelijk te verklaren door twee factoren: A) instinct en B) marketing. a) Een makaak zal eerder schreeuwen “Tijger!” dan “Banaan!”. De banaan eet ze zelf op. We reageren levendiger op een moord in het naastgelegen gebouw dan op het feit dat daar een tweeling is geboren. b) Media-operators weten dat de meest effectieve reclame juist na een nieuwsblok komt (slechte nieuws, uiteraard). Want hoe vaker je iemand herinnert aan zijn sterfelijkheid, hoe minder er in hem zal zijn. bewustzijn en meer stress, meer impulsieve acties en meer consumptie. De schedels en botten op sigarettenpakjes moeten gewoon in het voordeel van tabaksbedrijven werken 🙂 Kortom, het is voordelig dat mensen slechte nieuws consumeren. En aangezien de media werken voor het geld van adverteerders, dan…