Kosmonaut

Soms komen er alternatieve getalenteerde kinderen in een pionierskamp. Als een kind niet sociaal gevaarlijk is en voor zichzelf kan zorgen, verdienen ouders die zulke kinderen naar het kamp sturen alleen maar lof. Zonder dit zullen zulke kinderen nooit socialiseren. Echter, kinderen zijn wrede wezens en als er een dwaas in de groep komt, is de kans op pesten zeer groot.

Eens kwam er een jongen in mijn groep, ook Roma. Het lukte me om het gedrag van de andere kinderen zo te sturen dat ze zich verantwoordelijk voelden voor hun maatje en hem niet in de steek lieten. Gelukkig poepte Roma niet in zijn broek en was hij zo redelijk als een gewone driejarige. Op zijn twaalfde keek hij net zo oprecht en naïef naar de wereld. Hij verwachtte alleen het goede en huilde net zo bitter als een kind dat zijn speelgoed afgenomen wordt.

Ik heb op mijn beurt Roma geleerd om te antwoorden op de vraag “Wat wil je worden?” – “Een astronaut”, waardoor Roma een levende citaat werd uit анекдота Je kunt niet zeggen dat ik op die manier met Roma spotte. Ik heb ooit mijn driejarige nichtje dezelfde zin geleerd, en veel jaren later ook mijn oudste dochter. Het is tijd om de jongste ook te leren 🙂 En telkens als ik Roma voorstelde aan collega’s of anderen, vroeg ik hem meteen: “En, wat wil je worden?” En Roma, met een glimlach op zijn gezicht en een domme intonatie, antwoordde: “Ka-sma-nav-tom.”

De ouders van Roma waren op de een of andere manier bekend met de leiding van het kamp en, omdat ze in mij een bescherming voor hun zoon vonden, die in alle andere gevallen werd gepest, plaatsten ze Roma in mijn groep, ondanks het feit dat Roma vaak niet in de leeftijdsgroep viel die ik leidde. Maar op een dag kwam Roma al naar het kamp, terwijl ik er nog niet was, en werd Roma toegewezen aan een groep met twee stagiaires. Toen ik arriveerde, vertelde ik de meisjes over Roma, legde uit hoe ze de andere kinderen moesten benaderen en toonde tegelijkertijd een grap over een astronaut. Roma vond die grap trouwens ook erg leuk.

En op een dag komen die meisjes-leidsters naar me toe met grote ogen en zeggen: “Roma, help! Daar is jouw Roma in een dennenboom geklommen en kan niet meer naar beneden!” Ik antwoord: “Waarom is hij van mij?” Maar iedereen weet hier dat hij van jou is. Bovendien kun je hem wel naar beneden halen! Ik begreep de diepte van de vrouwelijke logica niet, maar ik ging. Al van een afstand begreep ik de complexiteit van het probleem. Op een zeer hoge dennenboom, zonder te begrijpen hoe hij daar was gekomen, zat Roma en glimlachte. Hij glimlachte altijd. Ik liep naar de boom en vroeg: “Roma, hoe ben je daar omhoog gekomen?”
— En ik ben al astronaut! — antwoordde Roma blij, terwijl hij me vanuit een vogelperspectief aankeek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *