
(Geschreven op basis van mijn aantekeningen door het systeem GPT4, omdat ik lui ben)
Op kwantumniveau wordt aangenomen dat informatie niet kan verdwijnen. Een van de voorbeelden die wetenschappers aan het denken hebben gezet over het behoud van informatie, zijn zwarte gaten. Lange tijd bestond er een tegenstrijdigheid in de wetenschap, aangezien werd aangenomen dat alles wat in een zwart gat valt, voor altijd verloren gaat. Echter, een van de manieren om informatie te behouden is beschreven in de theorie van de holografische natuur van zwarte gaten.
De theorie van de holografische natuur van zwarte gaten is gebaseerd op ideeën die verband houden met hoe informatie kan worden opgeslagen op de rand van een zwart gat, de zogenaamde gebeurtenishorizon.
Laten we eerst begrijpen wat de gebeurtenishorizon is. De gebeurtenishorizon is de grens rond een zwart gat waarachter niets (inclusief licht) kan terugkeren. Voor een waarnemer die zich buiten het zwarte gat bevindt, lijkt het alsof objecten die de gebeurtenishorizon naderen hun beweging vertragen en deze nooit oversteken.
In de jaren ’70 werd voorgesteld dat alle informatie over materie die door een zwart gat wordt geabsorbeerd, kan worden opgeslagen op de gebeurtenishorizon in de vorm van een tweedimensionale structuur. Dit voorstel, bekend als het holografische principe, impliceert dat driedimensionale informatie binnen het volume van een zwart gat kan worden weergegeven op zijn tweedimensionale oppervlak.
Stephen Hawking toonde in zijn werk over zwarte gaten aan dat ze deeltjes kunnen uitstralen (Hawking-straling), wat in tegenspraak is met het idee dat niets uit een zwart gat kan ontsnappen. Dit leidde tot de zogenaamde “informatieparadox” van zwarte gaten: als een zwart gat deeltjes kan uitstoten en uiteindelijk kan verdampen, wat gebeurt er dan met de informatie over de materie die oorspronkelijk het zwarte gat heeft gevormd?
Het holografische principe stelt dat informatie niet verloren gaat, maar wordt bewaard op de gebeurtenishorizon. In deze context kunnen zwarte gaten worden beschouwd als hologrammen: hun interne driedimensionale structuur wordt volledig bepaald door hun tweedimensionale grens.
Moderne onderzoeken op het gebied van snaartheorie en zwaartekracht proberen een volledige uitleg te geven van het holografische principe en de gevolgen daarvan voor ons begrip van de natuur van het universum, zwarte gaten en informatie.
Van het idee dat een zwart gat een hologram is, is het niet ver naar het idee dat het hele universum een hologram is, aangezien het universum zoveel massa heeft dat het ook een gebeurtenishorizon moet hebben. Het idee dat het universum een hologram is, is een concept waarbij alles wat we waarnemen als een driedimensionale wereld, in feite een projectie kan zijn van informatie die gecodeerd is op de tweedimensionale grens van deze ruimte. Dit idee maakt deel uit van het holografische principe in de theoretische natuurkunde. Het holografische principe is ontstaan uit het bestuderen van de eigenschappen van zwarte gaten en snaartheorie. Wetenschappers hebben ontdekt dat informatie over materie binnen een zwart gat kan worden weergegeven op de tweedimensionale grens, de gebeurtenishorizon, wat de holografische aard van de ruimte impliceert. Als het universum inderdaad holografisch is, betekent dit dat elk fragment van dit “tweedimensionale oppervlak” informatie bevat over het hele universum. In zekere zin doet dit denken aan een hologram, waarbij elk stukje van de holografische film een afbeelding van het hele object bevat. Sommige wetenschappers geloven dat de holografische structuur van het universum bepaalde verschijnselen van de kosmische microgolfstraling – de relicradiatie van de Big Bang – kan verklaren. Als we deze theorie aannemen, verandert dit onze perceptie van de realiteit. We stoppen met het zien van de wereld als een objectieve driedimensionale ruimte en beginnen het te beschouwen als een projectie, wat diepgaande filosofische gevolgen heeft voor ons begrip van bewustzijn, realiteit en onze plaats in het universum. Hoewel het holografische principe een belangrijke en actief besproken idee is in de theoretische natuurkunde, is het nog ver van universele erkenning. Er zijn aanvullende experimentele gegevens en onderzoeken nodig om deze hypothese te bevestigen of te weerleggen. Desondanks toont het idee van een holografisch universum aan hoe ongebruikelijk en diepgaand de wetten van de natuurkunde kunnen zijn, en hoe ver wetenschappelijk onderzoek ons kan afleiden van onze alledaagse intuïties over de aard van de realiteit.
Maar we zijn afgedwaald. Als we jou en mij beschouwen als informatie — want alles wat we als “onszelf” beschouwen, zijn herinneringen en ervaringen die ons gedrag bepalen en de context vormen waarmee we betekenis geven aan alle signalen die op ons afkomen. En als we vanuit biologisch en medisch perspectief onsterfelijkheid beschouwen als het ontbreken van veroudering en de dood, dan kan onsterfelijkheid in de context van informatie worden gezien als het behoud en de reproductie van informatie over onszelf na de dood. Als informatie inderdaad op kwantumniveau wordt bewaard, dan blijven theoretisch gezien elke actie, elke gedachte of emotie gecodeerd in de structuur van het universum.
Wat we nu voelen, ons actieve moment van bewustzijn en ons bestaan, doet denken aan de kop van een komeet: helder, dynamisch en in het middelpunt van de aandacht. Maar achter deze heldere “kop” volgt een enorme “staart” – dat zijn al onze herinneringen, acties, gevoelens en gedachten die we achterlaten in de ruimte-tijd. We voelen deze “staart” zelden, omdat de helderheid van de “kop” onze chakra’s verstoort, net zoals fel licht van een zaklamp ons belemmert om de sterren aan de hemel te zien.
Maar stel je voor dat op een dag dit heldere licht van de “kop” dooft. Dan zullen we ons in volle omvang kunnen voelen. We zullen ons in een wereld bevinden waar er geen scheiding is tussen verleden en toekomst, waar ons bestaan zich uitstrekt over de tijdsdimensie. Het zal lijken alsof je, na een lange blik op een heldere lantaarn, plotseling je ogen naar de lucht heft en een oneindig aantal sterren ziet. Zo’n aanblik is ongetwijfeld veel interessanter en betoverender dan een simpele blik op een eenzame lantaarn. Want de ware wonder ligt niet in wat er nu voor ons is, maar in wat we achterlaten, in onze onontdekte “staart”.
Al onze ervaringen, elk moment, elke emotie en elk gevoel is een ster aan de eindeloze hemel van ons bestaan. Veel van deze sterren worden overschaduwd door het heldere licht van ons huidige moment, maar ze zijn er nog steeds, en maken deel uit van ons universum.
We zijn gewend om te leven in het “hier en nu”, ons te concentreren op de huidige taken, problemen en vreugden. Maar als we zouden leren om dit felle licht “uit te schakelen”, zelfs maar voor een korte tijd, zouden we een nieuwe wereld ontdekken. Een wereld waar elk moment van ons leven belangrijk is en betekenis heeft, waar geen plaats is voor spijt of angst voor het onbekende.
Misschien is dat wel de aard van de momenten van diepe meditatie. Momenten waarop we ons deel van iets groters voelen, wanneer we begrijpen dat elke actie en gedachte die we hebben een spoor achterlaat in het Universum.
Het idee dat we bestaan als vierdimensionale objecten is niet nieuw in de moderne fysica en filosofie. Een versie van dit idee stelt dat alles wat we waarnemen in onze driedimensionale wereld eigenlijk slechts een “doorsnede” is van ons ware vierdimensionale bestaan in ruimte-tijd. Deze “doorsnede” is vergelijkbaar met hoe we alleen de top van een ijsberg zouden zien, totdat we dieper onder het wateroppervlak duiken. Na de dood of een diep spiritueel inzicht, wanneer onze beperkte driedimensionale waarnemingen verdwijnen, beginnen we ons volledig te voelen in ons vierdimensionale bestaan. Verschillende religieuze teksten hebben door de eeuwen heen ideeën over eeuwigheid, inzicht en kennis belicht. In de Thora en de Bijbel zijn er passages die dergelijke gedachten weerspiegelen:
- Tora.:.
- “Dan zullen de ogen van de blinden geopend worden, en de oren van de doven zullen geopend worden.”(Jesaja 35:5) – Dit kan worden geïnterpreteerd als het moment waarop een persoon zijn ware natuur in de 4-dimensionale wereld beseft.
- Bijbel:.
- “Want er is niets verborgen dat openbaar zal worden, en er is niets geheim dat niet aan het licht zal komen.”(Marco 4:22) – Dit kan het idee weerspiegelen dat uiteindelijk al onze daden, gedachten en gevoelens uit het verleden, het heden en de toekomst openbaar zullen worden.
- “En velen van de slapenden in het stof van de aarde zullen ontwaken: sommigen tot het eeuwige leven, anderen tot schande, tot eeuwige schaamte.”(Daniel 12:2) – Deze vers kan wijzen op de opstanding van de doden en de mogelijkheid om je eigen leven en dat van anderen in volle omvang te zien, zonder de beperkingen van de tijd.
Het blijkt dat het idee dat ons ware ‘ik’ zich uitstrekt voorbij de driedimensionale wereld waarin we beperkt zijn, samenkomt met oude religieuze ideeën, en een dieper begrip biedt van de natuur van het bestaan en de mogelijkheden van spirituele verlichting.